Ik zou voor bovengenoemde peulvruchten ieder een aparte pagina kunnen schrijven, maar het zou steeds nagenoeg hetzelfde verhaal worden, vandaar mijn keuze deze soorten samen te voegen op een pagina. Dit zijn namelijk de koudekiemers onder de peulvruchten. Binnen elke soort zijn natuurlijk weer verschillende rassen te verkrijgen, maar de werkwijze zal steeds nagenoeg gelijk zijn.
Wanneer je ze in de volle grond wilt zaaien kun je hiermee in maart beginnen. De meeste mensen kiezen er echter voor om ze onder glas of in de koude kas voor te zaaien, en dan kun je in januari al beginnen, om ze in maart uit te planten. Het is aan te raden om de zaden eerst een nachtje te laten weken in wat water voordat je ze in de grond stopt, dit zal het kiemingsproces ten goede komen.
Wie aan wisselteelt doet zet de peulvruchten dit jaar in het vak waar vorig jaar de aardappels stonden. Dit vak hoef je niet te bemesten, zeker de vroege peulvruchten houden niet van mest, en daarbij trekt verse mest ook nog de bonenvlieg aan. Wel kun je wat compost gebruiken, dit is namelijk niet zozeer voeding, maar vooral een bodemverbeteraar.