Het mooie van moestuinieren is dat je nooit klaar bent met leren. En mocht er al een moment komen waarop je denkt “ik weet het allemaal wel” dan lees je weer iets over een nieuwe teeltwijze of groente die je nooit eerder uitprobeerde. Daar word je dan weer nieuwsgierig naar. Voor mij was het kweken van zoete aardappel zo’n teelt waar ik niets van wist en waarbij voortschrijdend inzicht mijn kweekmethode bepaalde.
De eerste keer dat ik ze kweekte, jaren geleden, bracht ik er niet veel van terecht. Ik zette de aardappel verkeerd in een glas met water, niemand had me verteld aan welke kant de worteltjes zouden groeien dus ik had ze op hun kop gezet. Uiteindelijk lukte het om worteltjes en stekken te kweken maar er groeiden dat jaar geen nieuwe bataten.
Het jaar daarop begon ik al in januari en plantte ze uit in de pot die tot ver in mei in de kas bleef, want ja, lekker warm hé. De aardappels die groeiden waren helaas klein en te weinig voor een maaltijd.
Het daaropvolgende jaar pakte ik het anders aan en kocht voor het eerst pootgoed in plaats van een zoete aardappel uit de supermarkt en de bataat ging niet meer met z’n kontje in een glas water maar in een zaaibak met zaaigrond. Eureka! Toen werden de zoete aardappels een succes! Geen enorme oogst, maar toch, ik kweekte zoete aardappels!
Het jaar daarop plantte ik de stekken voor het eerst uit in de volle grond en haalde ik best grote aardappels uit de tuin. Dus dit jaar gaan we het nog een beetje perfectioneren. Hoe pakte ik het tot dusver aan?
Werkwijze zoete aardappel kweken:
- Koop een zoete aardappel bij een kweker. Dit kan bijvoorbeeld bij de Ecohoeve. Eerlijk gezegd vind ik ze best duur maar als het eenmaal gelukt is om ze te kweken kan je je eigen pootgoed gebruiken om mee door te kweken. Je kan ook een biologische zoete aardappel uit de supermarkt gebruiken maar deze zijn meestal gekweekt in een tropisch klimaat. Dit zorgt in een koeler klimaat voor minder kans van slagen, houd hier dus rekening mee.
- Je kan het beste beginnen met kweken vanaf half februari maar in maart lukt het ook nog wel.
- Vul een zaaibak met zaaigrond en leg de zoete aardappel erin. Druk hem zover mogelijk in de grond zodat hij ongeveer voor de helft of voor een derde in de grond ligt. Haal hem er nog even uit en maak de grond (afdruk) licht vochtig met een plantenspuit. Leg de aardappel er weer in, druk een beetje aan, en geef rondom water. Zet de kap op de zaaibak met de klepjes dicht en zet hem op de radiator of ergens bij een warmtebron, bijvoorbeeld een modem of op een warmtematje. Zoete aardappel houdt van warmte, dit bevordert de groei van wortels en stekken.
- De aardappel vormt binnen één tot twee weken worteltjes en zit dan vast in de grond. Daarna begint het vormen van de kiemen. Dit kan even duren, maar bij voldoende warmte vanaf week 3 of 4. Houd de grond vochtig maar niet té nat.
- Observeer de vochtigheid van de grond en het ontstaan van kiemen. Als de kiemen eenmaal zijn ontstaan groeien ze hard. Bij een lengte van tien centimeter kan je de kiemen losknippen. Haal de onderste blaadjes eraf, dit bevordert de wortelgroei. Haal de top eruit, dit bevordert de vorming van stengels. Meer wortels en meer stengels betekent sterkere planten, meer fotosynthese en uiteindelijk meer oogst. Zet de kiemen in een glas met water en verschoon het water om de paar dagen.
- Binnen een paar dagen zullen er worteltjes aan de kiemen ontstaan en na één of twee weken zijn ze groot genoeg om in een potje te worden uitgeplant. Zet de stekken tot aan de eerste blaadjes in het potje en geef water. Zet ze opnieuw op een warme plaats waar ook voldoende licht is.
- Plant de stekken na de IJsheiligen uit in de volle grond of in een pot. Geef gedurende de teelt een paar keer kaliumrijke mest zoals hout-as, dit bevordert de groei van de knollen. Oogsten kan vanaf het einde van de zomer en in het najaar, zorg ervoor dat de knollen voor de eerste nachtvorst uit de grond zijn.