‘Mama, ik ben echt dól op de geur van die tomatenbladeren!’ zegt het Moesje tegen me. Met een lach beaam ik dat. Tomatenbladeren ruiken inderdaad heel erg lekker. ‘Alleen jammer dat je vingers zo groen er van worden’ zeg ik , terwijl ik de tomaten top en naar mijn handen staar. Dat groen gaat er niet zo makkelijk van af, maar het ruikt heerlijk naar zomertomaten. Sja. Een kind weet dat zomertomaten het allerlekkerst zijn.
Tomatenbladeren niet bij het compost
Alle bladeren gooi ik op een hoop voor me. Die gaan niet in de compostbak. Ik ben veel te bang voor phytophtora, een schimmel die tomaten en aardappels volledig kan overnemen. Die schimmels wil ik graag buiten de deur houden en gaan straks in de kliko. Samen met de jonge Moes ben ik bezig in de tuin. Mejuffrouw Moes is druk bezig met onkruid uit haar tuintje trekken. Ze is zich totaal niet bewust van schimmels of het dieven of toppen van tomaten. Zorgeloos knaagt ze af en toe een worteltje weg of wat anders wat ze net heeft geplukt. Haar grootste klaag is dat ze te weinig wortels heeft. Verder mag ze in haar handjes knijpen met een mooie oogst uit een halve m1 tuin. Tegenwoordig wil mevrouw alleen eten wat uit haar eigen tuintje komt. Bijdehand. Het duurt nog wel even voor ze zelfvoorzienend is, maar ze heeft een goed moesseizoen met veel doperwten, sla en tomaat.
Tomatenboefjes
Ik ga verder met de tomaten toppen wanneer de Kleine Tuinopzichter met zijn drukke lijf de veel te krappe kas induikt. Of ik alleen maar gele wil plukken voor meneer. ‘Of een andere kleur, maar echt geen RODE’ roept de Tuinopzichter met een stem die geen tegenspraak duldt. Ik pluk een paars tomaatje, blue pitts voor hem. Nog voor ik kan vragen of dat ok is, wordt de cherrytomaat al uit mijn handen gegrist. Grinnikend kijk ik naar mijn kleine grote Moesjes met hun eigen wil.
Net als ik me afvraag waar het middelste Moesje is, komt hij aangehold met frambozen. ‘Kijk eens mamsie, heel veel framblijtjes’ zegt het kind guitig. Op elke vinger prijkt een framboos. Blij zijn de frambozen zeker en lekker ook. Snel prop ik er een in mijn mond en stuur dan resoluut iedereen het veel te krappe tomatenkasje uit. Hup, mama is druk! Meneer Moes pikt snel nog de grootste vleestomaat uit de mand en zet voor ik nee kan roepen, zijn tanden erin. Aaah! Mijn gemopper dat ik die in de salade wilde doen vanavond, wordt volledig genegeerd. Groot gelijk. Stiekem kan ik er wel om lachen, maar baal ook een beetje dat ik die knoeperd niet zelf heb verorberd. Gelukkig hangt er nog genoeg te rijpen. De zomer was ons goed gezind. Veel zon, geen neerslag en hoge temperaturen zijn verontrustend in deze contreien, maar de tomaten deden het er goed bij. Ik wrijf nog over een tomatenblad en snuif diep om me de geur in te prenten. Nog even nagenieten! Voor je het weet, is het winter.